Rik Hens
Turnhout 1945-2002 - Tekeningen, schilderijen, grafiek, assemblages
Rik, schrijnwerker, had een academische opleiding en gooide - zoals het elke kunstenaar betaamt – die overboord. Een schoolse academie ontvlucht je omdat je eigen ego te dominant wordt. Dit deed Rik ook. Tot tweemaal toe. In Turnhout én in Arendonk.
Elke opvallende invloed van een leermeester wordt genegeerd of - meer nog - geconflicteerd. André Van de Zande was de enige die hieraan ontsnapte en die Rik als een echte leermeester verdroeg. Mogelijk vormde de koppigheid, stugheid en vastberadenheid van deze maître een herkenningspunt en voedingsbodem voor zijn eigen levensvisie en aanpak.
Op een bepaald moment besloot hij zelfs de brui te geven aan zijn beroepsleven en alles op de schilderkunst te zetten, wat financieel niet haalbaar bleek.
Na een omzwerving in het JAC, kwam hij in bij klusdienst De Trektang terecht. Daar vond hij zijn liefde voor houtbewerking terug, wat hij vertaalde in eigen meubelontwerpen voor thuis en zijn vriendenkring.
Via de openingstentoonstelling van Creative Factory in 1986, besloot Rik als werkend kunstenaar in het atelier te blijven. Daar vond hij niet alleen zijn thuis, maar ook een klankbord. De sfeer en het gedachtegoed van het open atelier -met discussies en confrontaties, van werk en techniek, met verschillende kunstenaars - bleken een godsgeschenk. Rik werd het toonbeeld van de kruisbestuiving, waarvoor dit atelier oorspronkelijk werd opgezet. Zijn engagement ten opzichte van het atelier groeide onverhoeds. In een mum van tijd zette hij mee de bakens uit en werd een bepalende figuur op de derde verdieping.
Hij maakte voor zichzelf een persoonlijke biotoop, waarin hij geen inmenging van een andere mening of trend duldde. Zulke levenshouding verdraagt uiteraard geen oppervlakkigheid en Rik stoorde zich dan ook permanent aan de banaliteit van het leven. Hij vindt zijn liefde in de schilderkunst en soelaas (en invloed) in het werk van zijn idolen. Heel opvallend zijn Rubens, de barokke onderwerpen, en Francis Bacon aanwezig, zonder dat hij ze evenwel koud imiteert. De ene vind je terug in wervelende composities, de andere in de deformaties van figuren. Inspiratiebronnen zijn ook de Griekse mythologie met onder andere Icarus en San Sebastian, de literatuur met Henry Miller en Louis Paul Boon. De klassieke muziek, meer bepaald de opera, was in dat geval meermaals een emotioneel begeleidend onderdeel.
Met een scherpe visie op het maatschappelijk gebeuren, werd de actualiteit, (zoals de moord op veearts Vannoppen, het overlijden van koning Boudewijn, de ramp met de Koersk, of balletdanser Nurejev als asbak, zelfportret met fopspeen, Eddy Merckx, het oor van Van Gogh…) meestal na hilarische discussies met andere kunstenaars op het atelier, onderwerp van zijn kunstwerken.
De jarenlange samenwerking met Cyriel Van den Heuvel en hun wederzijdse respect en aansporingen, resulteerde in reeksen en thema’s waarin zij - dikwijls verborgen voor derden - mekaars werk beeldend becommentarieerden.